Calem

Cálem Port is in 1859 opgericht door António Alves Cálem. De port werd naar Brazilië geëxporteerd en exotisch hout werd mee terug genomen. Dit deed Cálem met eigen schepen, de zogenaamde ‘caravelles‘. Een afbeelding van zo’n schip is in het logo van Cálem Port terug te vinden. Vier generaties lang bleef het bedrijf in handen van de familie. Het maken van een port van uitstekende kwaliteit was het streven. Ook toen het porthuis in 1998 door de Sogevinus Groepwerd ingelijfd is daar niets aan veranderd. De vele prijzen die de Cálem ports winnen bewijzen dat.

De druiven voor de port van Cálem komen van Quinta do Arnozelo. Deze quinta ligt op een prachtige locatie tussen de steile wijngaarden in de Douro vallei. De vinificatie van de Cálem port vindt plaats in São Martinho da Anta, waar de moderne wijnmakerij van Cálem zich bevindt. De port wordt vervolgens gerijpt in Vila Nova de Gaia, de stad waar de grote porthuizen hun kelders hebben. Die kelders zijn koel en donker en hebben de perfecte luchtvochtigheid voor de rijping van de ports. Dat is nodig, want sommige ports hebben tientallen jaren nodig voordat ze op de markt komen.