Toro Albalá

Toro Albalá is een uniek domein. De geschiedenis gaat terug tot 1844 wanneer de familie Prieto begint met wijnen maken en bewaren ('cosechero' en 'criadero'), hoofdzakelijk Fino-wijnen. Doorheen de eeuwen worden in de 'naves de crianza' van de bodega wijnen op vat gelagerd, die vandaag tot de oudste behoren die in de regio te vinden zijn, zelfs in heel Andalucía. Dankzij zijn voorouders heeft Antonio Sánchez vandaag unieke wijnen. Hij is er dan ook door bezeten. Niet alleen door zijn historische wijnen, maar ook door de geschiedenis en de cultuur van zijn regio. Hij heeft een archeologisch archief met meer dan 4000 stukken, gevonden in de wijngaard en verzameld in de loop der jaren. Antonio is oenoloog, alchemist, uitvinder en gepassioneerd door alles wat te maken heeft met Pedro Ximenez.

Het domein met de 'naves de crianza' bevindt zich in Aguilar de la Frontera. Hij gaat echter steeds verder en onlangs werden er ook oude bodega’s aangekocht in Moriles en Lucena met een schat aan oude Pedro Ximenez-wijnen. Vandaag komt de jongste generatie aan het roer te staan. Zowel de kwaliteit als de presentatie komen op een hoger niveau te staan.

Montilla-Moriles is vooral bekend om zijn zoete wijnen en die hebben we hier in alle soorten en jaren. De kleur van de wijnen (afkomstig van witte druiven) is bruin, bijna zwart soms: de perfecte combinatie bij chocoladedesserts. We hebben intussen zelf een collectie die een van de meest uitgebreide ter wereld is van deze unieke wijnen. We vinden hier echter niet enkel de top aan zoete wijnen, maar tevens gerijpte amontillado's, palo cortado's en droge witte wijnen op basis van Pedro Ximénez. Laat u verrassen!

Slechts één druivensoort: Pedro Ximenez (P.X.). Een moeilijke druivensoort die hoofdzakelijk voorkomt in Montilla-Moriles. Enkel in Priorat en in de Sierras de Malaga zijn nog wat oude wijnstokken P.X. te vinden. De druivensoort is weinig geliefd omdat ze een dunne schil heeft, bijna transparant is en daardoor zeer gevoelig voor vocht en al de problemen en ziekten die hiermee gepaard gaan. Vandaar ook dat ze bijna niet meer voorkomt in de regio rond Jerez de la Frontera; de vochtige zeewinden doen deze druif immers geen goed. In Jerez heeft men dan ook de toelating om Pedro Ximenez-wijnen aan te kopen in Montilla-Moriles. Bij Toro Albalá heeft men 145 ha Pedro Ximenez in bezit. De wijngaarden worden biologisch bewerkt.

De bodems zijn vaak 'albarizas', zoals in de streek rond Jerez. Het zijn bodems die rijk zijn aan calciumcarbonaat, met ondergronden met weinig organisch materiaal, weinig vruchtbaar en steeds van minerale samenstelling – hoofdzakelijk kalk en silicium. De ondergrond heeft hierdoor een groot vermogen tot het bijhouden van vocht (tot bijna 30%).
Het klimaat is semi-continentaal mediterraan, met warme, lange en droge zomers en korte winters. Jaarlijks tussen de 2800 à 3000 zonne-uren. De pluviometrie is zeer beperkt, waardoor de druiven een zeer hoog gehalte aan suikers bevatten. De wijngaarden zijn gelegen tussen 125 en 600 m hoogte.

De druiven worden manueel geoogst in perfecte gezondheid. Vervolgens worden ze vervoerd in bakjes naar de 'pasera': de plaats waar de druifjes in de zon gedroogd worden tot 'pasas' of rozijnen. Daar worden ze uitgespreid op ronde matjes van jute. Deze pasera duurt ongeveer 3 tot 7 dagen, afhankelijk van de zon en de temperaturen. Dagelijks worden de druiventrossen omgedraaid om te voorkomen dat de druiven zouden barsten onder hun gewicht. Dit zou kunnen zorgen voor besmettingen, schimmelvorming, maar vooral voor oxidatie in dit prille stadium van het vinificatieproces. De druiven bevatten daarna zoveel suiker dat de gisting bijna niet op gang komt. Ze worden vergist tot 1% en daarna gemuteerd met wijnalcohol tot 17%. De Reserva-wijnen worden 25 jaar gelagerd op Amerikaanse eikenhouten vaten. De Don P.X. joven gaat 2 jaar op inox cuves voor botteling.
Daarnaast is er een hele schatkamer aan aparte jaargangen, waarvan er vaak maar één of twee vaten meer zijn.