Luberon

Luberon heeft een uitstekende plek voor de druiventeelt: een mediterraan klimaat; dagelijkse temperatuurschommelingen (groot bereik tussen dag en nacht); en een locatie die precies in het midden van de zuidelijke Rhône en de Provence ligt. Volgens de officiële website van de Rhône gaat de geschiedenis van de regio 5000 jaar terug. De kastelen, kathedralen en dorpjes op een heuveltop zijn een paradijs voor historici. De zonovergoten wijngaarden liggen tussen de 250 en 400 meter (820 en 1312 voet) op de steile hellingen waar de druiven volledig kunnen rijpen. Alle wijnen hebben een zekere frisheid die tot in de streek te herleiden is.

Er onderscheiden zich 3 geologische gebieden:

• Het bekken van Apt waar kalk en mergel grondlagen elkaar afwisselen
• Het massief van Lubéron dat zeer kalkrijk is. Door erosie bevat de grond marno kalk.
• Le Pays d'Aigues vertoont een zandrijke bodem en molasse in de regio Cucuron.

Reeds in de tijd van de Romeinen vinden we hier wijngaarden terug, vooral in le Pays d'Aigues. De echte ontwikkeling van het gebied begint echter aan het einde van de 19e eeuw en kent een groei tussen de eerste en de tweede wereldoorlog. In het begin van de jaren '70 doen de wijnbouwers aanzienlijke inspanningen inzake modernisering Zij zijn zich bewust van het gebruik van de moderne technieken en dit komt het gebied zeker ten goede. Vanaf 1996 wordt de Côtes du Lubéron ingedeeld in het Rhône gebied.

Syrah, Grenache en Mourvèdre vormen hun rosé- en rode wijnen. Rosés zijn goed voor meer dan 40 procent van de gemaakte wijnen en hebben aroma's en smaken van aardbeien en cranberry's. De rode melanges tonen zwarte bessen en kruiden met een uitgebalanceerde structuur. Witte druiven zijn onder meer Vermentino, Clairette en Viognier en kunnen smaken als een steenfruitsalade met honing en toast. Drink de wijnen bij gerechten die regionale specialiteiten zijn, zoals knapperig brood gedrenkt in olijfolie, lamsvlees, vers fruit en groenten.